Een van de eerste dingen die mensen mij vragen als ze een
antieke munt in handen hebben is: “Wat is zoiets nu waard?” Logisch misschien
ook wel, we hebben het tenslotte over geld. Vaak bedoelen ze twee dingen. In de eerste plaats: wat is de
huidige waarde van de antieke munt. Daarnaast zijn mensen vaak nieuwsgierig wat
de munt in zijn eigen tijd waard is geweest. Met andere woorden: wat kon je er
toen voor kopen.
Het taxeren van munten is geen gemakkelijke klus. Zelf kan
ik soms nog uren bezig zijn om de ‘juiste’ waarde aan een munt te geven. Juiste
tussen haakjes want oneerbiedig gezegd blijft de waarde toch vaak wat de gek ervoor
geeft. Je zou het kunnen vergelijken met kunst: de munten zijn zoveel waard als
ze op de laatste veiling hebben opgebracht.
Natuurlijk is waarde niet volledig subjectief. Er zijn
verschillende aspecten waar je naar kan kijken om een aardige schatting te
maken. In de basis kan je uitgaan van drie categorieën.
In de eerste plaats de grootte van de munt, vaak in
combinatie met het gewicht. (Met -hoe verrassend: groter en zwaarder is beter
voor de waarde.) Uiteraard kijk je ook naar het metaal want intrinsieke waarde
is je absolute basis. Een puur gouden munt van 5 gram is natuurlijk minimaal 5
gram goud waard.
Daarnaast is schaarste belangrijk. Hoe interessant (of
bijzonder!) is het thema van de munt? En ook niet onaardig: is het thema
interessant voor verzamelaars? In het geval van Romeinse munten is van belang
welke keizer op de voorzijde staat. Hoe lang –of illuster- was zijn
regeringsperiode?
Zijn er maar een aantal muntseries bekend of staat Ebay er
vol mee? De keizerbuste op de voorzijde kan versleten zijn tot een vlek: als er
niet veel munten van hem bekend zijn is hij hoe dan ook bijzonder.
En zo komen we op de derde categorie: kwaliteit. Dit is een
lastige, want wie bepaalt kwaliteit? Ik heb in geldmusea vele muntgave (lees: prachtige) stukken
in mijn handen gehad, dat maakt mijn eigen perceptie van kwaliteit wel anders
dan de (amateur) archeoloog die ze zo uit de grond haalt of de verzamelaar die
voor die ene specifieke muntserie gaat. Uiteraard kan je wel wat zeggen over de
mate van detail op de munt en of de afbeelding wel netjes recht op de muntplaat
is geslagen. Natuurlijk snapt iedereen wel dat barsten, knippen, rafelige
randjes of gaten niet per se positief zijn voor de waarde van de munt. Deze, toch
wat subjectieve categorie is de voornaamste boosdoener van prijsverschillen.
In de numismatiek is op het gebied van kwaliteit vooral het
patina (of corrosie, in elk geval de aanslag op de munt. Bij bronzen munten vaak groenig van kleur.)
heel belangrijk. Patina moet het liefst mooi dun zijn zodat het de details in
de munt beter uit laat komen. Ook zien we graag dat het een mooie, groene kleur
heeft, netjes over de hele munt verspreid is en als het even kan zonder
vlekken. Bijzonder eigenlijk, dat antieke munten meer waarde krijgen door de
mate waarin ze zijn aangetast door de jaren heen.
De optelsom van de drie categorieën bij elkaar zou uit
moeten komen op een goede prijs voor de munt in kwestie…in theorie. Uiteindelijk
komt hedendaags taxeren vooral neer op veel vergelijken. Er zijn diverse
muntverzamelaar fora waar mensen graag hun aankopen tonen met vermelding van de
prijs die ze ervoor betaald hebben. (En genoeg critici die vervolgens hun
mening over deze prijs geven…) Daarnaast is het een kwestie van veiling
catalogi en opbrengstenlijsten naslaan en jawel, veel gescroll over Ebay en
online winkels. Het loont zeker om de markt en verzamelaars in de gaten te
houden. Zo blijf je op de hoogte van de
populaire verzamelthema’s, die uiteraard ook een deel van de waarde bepalen.
Nu we kunnen vaststellen wat de munt tegenwoordig voor
waarde heeft is de logische vraag: “Wat was het toen waard?” Stiekem een
tamelijk complexe vraag voor een numismaat. De waarde van verschillende
denominaties was nogal aan verandering onderhevig door de tijd heen en hoe
zeker kan je stellen dat je dagelijkse portie graan ook de 8 asses waard was
die men ervoor neerlegde wanneer als je weet dat graan hevig door de staat werd
gesubsidieerd? Waarde fluctuatie is echter een verhaal op zich waard. Hier is
een globaal antwoord op “wat kon je er nu eigenlijk mee kopen” wel te geven.
Het muntenmuseum in Athene heeft speciaal een zuil ingericht
voor “the purchasing power of Roman coinage”. Voorbeelden maken toch dat het
muntstuk meer gaat ‘leven’ voor mensen.
Als we voor het gemak de periode in de eerste eeuw na
Christus nemen dan is het loon van een legionair, een Romeinse soldaat, 1
denarius per dag. In deze tijd was een denarius 16 asses waard. Voor 10 asses kon
je bijvoorbeeld een maaltijd in een herberg kopen met brood, olijven, kaas,
olijf olie en wijn. Voor een boerderij in de provincie Bithynia betaalde je in
die tijd voor 100.000 sestertii, ofwel 25.000 denarii.
Hierboven een heel betoog over waarde van munten in geld,
maar ik vergeet nog een hele belangrijke. Zeker voor de muntverzamelaars, de
numismaten. liefhebbers en fanatici. Noem het sentimentele waarde, esthetiek of
gewoon verliefdheid. Dat is simpelweg de reden dat je soms veel te veel betaalt
voor die ene munt met dat imperfecte patina maar die prachtige oogopslag of
toch gaat voor de munt met de doorboring, simpelweg vanwege het gat. Passie is
soms zo individueel, dat alleen jij het snapt en ziet. Dat maakt dat aan sommige
dingen geen prijs te hangen is, zelfs niet aan geld.